Bridge logo

BENJAMIN ACOL

 

Algemeen - Acol: Een opening van 1 in een kleur belooft 13+ punten en een 4-kaart in de geboden kleur. De geboden kleur behoeft geen honeurs te bevatten.

1SA    12-14, Stayman & Transfers (ook na een tussenbod, maar niet na een doublet)
2  =  Ruitenkaart OF inviterend met een 4-5 kaart hoog of 6-kaart laag OF mancheforcing Stayman
2/  =  Transfer naar /. De openaar mag met een maximum en fit een lange zijkleur bieden. Een nieuwe kleur van partner is forcing tot drie in de hoge kleur.
2  =  Ofwel 11-12 ofwel 17+ punten gebalanceerd. De openaar biedt 2SA met een minimum, of biedt met een maximum zijn 4-kaarten van onder af aan.
2SA  =  Transfer naar een lage kleur. Openaar biedt 3 waarna partner kan corrigeren naar 3. 2SA wordt ook gebruikt om een heel goede lage kleur te tonen: partner biedt dan na 3 een single- of nulton in een hoge kleur.
3///  =  Lichte slem-invite met een 6-kaart. Openaar wijst af met 3SA.
4SA  =  Inviterend. Openaar past met een minimum of biedt 6SA met een maximum, maar kan ook eerst een 5-kaart bieden.
2SA    20-21, Niemijer
3  =  Vraagt naar 4-5 kaart hoog. Openaar biedt 3/ met een 5-kaart hoog, 3 met een 4-kaart hoog, of 3SA zonder 4- of 5-kaart hoog. Na 3 biedt partner de hoge kleur waarin hij geen 4-kaart heeft.
3/  =  Transfer naar /. De openaar mag met een maximum en fit een lange zijkleur bieden.
3  =  Tenminste een 4-4 in / (sleminteresse). Zonder 4-kaart laag biedt openaar 3SA. (Een 5-4 kaart / is een alternatief, zie 3SA).
3SA  =  Om te spelen OF Een 5-kaart en een 4-kaart .
4/  =  6-Kaart, lichte slem invite. Openaar wijst af met 4SA.
2    Sterke 2 of een gebalanceerde 22-23 hand.
2  =  Negatieve relay.
2SA  =  Gebalanceerde hand met 7-9 punten.
Kleur  =  Goede 5-kaart, 8+ punten en mancheforcing.
     (Wanneer de openaar 2SA (22-23) herbiedt gaat de bieding verder zoals beschreven bij de 2SA opening.)
2    Mancheforcing in een kleur of een gebalanceerde 24+ hand.
2  =  Negatieve relay.
2SA  =  Gebalanceerde hand met 7-9 punten.
Kleur  =  Kan een 4-kaart zijn. belooft ergens een Aas en een Heer.
     (Wanneer de openaar 2SA (24+) herbiedt gaat de bieding verder zoals beschreven bij de 2SA opening.)
2/    Zwak, 6-10 punten met een 6-kaart.
2SA  =  Vraagbod (Blauwe klaveren antwoorden)
3  =  zwakke kleur (ontkent 2 van de 3 tophoneurs), slechte plaatjes.
3  =  goed kleur, weinig punten.
3  =  zwakke kleur, mooie punten.
3  =  goede kleur, mooie punten.
3SA  =  AHVxxx in de hoge kleur.
3/  =  Preemptief.
Kleur  =  Pas aub, ik een 7-kaart en geen enkele steun voor jouw openingskleur.
3SA    Gambling: solide 8+kaart of , ontkent een Aas of Heer in de zijkleuren.
4  =  Partner moet passen of 4 bieden.
4  =  Sleminvite.

 

Jacoby 2SA:    Na een 1/-opening belooft het 2SA antwoord een 4-kaart steun in partners kleur en 12+ punten.
 -  Een bod van openaar op 3-niveau belooft een singleton en op 4-niveau een nulton.
 -  3SA toont een gebalanceerde 15+ hand
 -  Een bod op 3-niveau inde afgesproken kleur is sterk, en op 4-niveau zwak.
 
Baron 2SA:    Na een 1/-opening belooft het 2SA antwoord 16+punten met een gebalanceerde hand, ontkent het een 4-4-4-1 verdeling en ook een 4-kaart hoog.
 -  Met een 5-kaart herbiedt de openaar zijn kleur, en daarna pas een 4-kaart in een eventuele hogere kleur.
 
Andere  -  De 4e-kleur is mancheforcing (behalve op 1-niveau). Met sprong belooft het een 4-kaart.
constructieve  -  Long suit trials.
biedingen:  -  Splinters: een sprongbod in een forcing situatie stelt de laatst geboden kleur vast als de troefkleur; het belooft een goede hand en een nul- of singleton in de geboden kleur. (bv: 1 - 3; 1 - 4; 1 - 2 - 3).
 -  1/ - 3SA (en Pas - 1/ - 2SA) belooft een 3-kaart steun voor de hoge kleur.
 -  Cue biedingen onder het mancheniveau zijn 1e of 2e controles; Cue biedingen boven het mancheniveau zijn 1e controles;
 
Sprong  -  Zwak - Intermediate. Op 2-niveau en 6-kaart en op 3-niveau een 7-kaart.
volgbod:  -  Niet-kwetsbaar: 6-10.
 -  Kwetsbaar: 10-14.


Verdediging tegen een zwakke 1SA-opening:
ASTPRO:    Gewoonlijk 11-14 punten
2  =  Harten en een andere kleur.
2  =  Schoppen en een andere kleur.
   Biedt met een 5-kaart en een 4-kaart : 2.
   Biedt met een 5-kaart en een 4-kaart : 2.

2-Kleurenspellen: Gesthem of KRO (Kleur, rang, overig)
Ghestem:    Gewoonlijk 11-14 punten, met de meeste punten in de beloofde kleuren of sterk met 16+ punten
- 1x - 2SA  =  De laagste twee overgebleven kleuren.
- 1x - 3  =  De hoogste twee overgebleven kleuren.
- 1x - 2x  =  De uiterste twee overgebleven kleuren.
KRO:    Gewoonlijk 11-14 punten, met de meeste punten in de beloofde kleuren of sterk met 16+ punten
- 1x - 2SA  =  Twee kleuren van dezelfde hoogte (dus / of /).
- 1x - 2x  =  Twee kleuren van dezelfde kleur (dus / of /).
- 1x - 3  =  Twee overige mogelijkheden (dus / of /).

Verdediging tegen zwakke-2 openingen
Uitneemdoublet en Lebensohl
Na een doublet: vraagt 2SA om 3 te bieden. Wanneer partner zwak is biedt zal hij passen of een 5-kaart bieden om die kleur spelen.

 

Verdediging tegen zwakke-3 openingen
- Uitneemdoublet
- Negatief doublet (Spoetnik) t/m 3 = Gebalanceerd met 7-10 punten , of 11+.
    -  De antwoorden na deze interventie zijn niet forcing (7-10)
    -  Het bieden van een nieuwe kleur door degeen die een negatief doublet gaf maakt het doublet forcing (11+)
    -  Na een hoge kleur, toont het tolerantie voor de andere hoge kleur
    -  Na 1 belooft het exact een 4-kaart


Andere competitieve biedingen
 1: 1/-(X)-2SA : belooft een goede verhoging naar 3 of beter.
 2: 1/-(X)-3/ is preemptief
 3: Uitneemdoubletten worden gedaan met 1- of 3-kleuren spellen.
 4: Teruggekaatste doubletten t/m 2 (3), bv: (1) - doublet - (2) - doublet.
 5: Competitieve doubletten t/m 2 (3), bv: (1 - 1 - (2) - doublet.
 6: PODI: na een tussenbod op onze azenvraag toont pas geen keycards, doublet 1, enz.
 7: Cue: na 1 - (2) - 3 , belooft 3 een goede verhoging naar 3 (een directe verhoging is preemptief).

Azenvragen: RKC.