Bridge logo

Moldau’s 4-5 Stayman

 


1. Inleiding

De Staymanconventie wordt sinds jaar en dag gebruikt door de antwoordende hand na een opening van 1SA of 2SA door de openende hand.
Voorwaarde daarbij is dat de antwoordende hand zelf over op zijn minst een vierkaart hoog beschikt.

Het gangbare antwoordenschema na 1SA:

Noord

 

Zuid

 

1SA

-

2

 

2

 

 

Ontkent het bezit van een vierkaart hoog

2

 

 

Belooft een vierkaart harten en misschien schoppen

2

 

 

Belooft een vierkaart schoppen en ontkent een vierkaart schoppen


En na 2SA:

Noord

 

Zuid

 

2SA

-

3♣

 

3

 

 

Ontkent het bezit van een vierkaart hoog

3

 

 

Belooft een vierkaart harten en misschien schoppen

3

 

 

Belooft een vierkaart schoppen en ontkent een vierkaart schoppen

 

Een probleem van Stayman is dat antwoordende hand in wezen twee vragen stelt: Heb je een vierkaart harten? Heb je een vierkaart schoppen?
Beide vragen van de antwoordende hand worden beantwoord met een antwoord in ruiten (geen van beide) of in schoppen (wel in schoppen, niet in harten), maar het antwoord in harten laat in het midden of de openaar wel of niet een vierkaart schoppen heeft.

De antwoordende hand biedt na 2♥, 2SA of 3SA als hij geen vierkaart harten heeft. Uit de voorwaarde dat hij ten minste een vierkaart hoog heeft volgt dan dat hij dan dus een vierkaart schoppen bezit. Indien de openaar naast zijn vierkaart harten tevens een vierkaart schoppen heeft, dan corrigeert hij naar een schoppencontract.

Contracten in SA, harten of schoppen worden zo steeds gespeeld door de sterke hand. Weinig op aan te merken zolang een SA-opening geen vijfkaart in schoppen of harten bevat.


J. Moldau meent dat het antwoordenschema ‘gratis’ kan worden verbeterd, en aangepast aan het tegenwoordige bridge, waarin ook met een vijfkaart hoog SA wordt geopend, en wel als volgt:


Nu is zowel na 3♦ als na 3♥ nog niet duidelijk of openaar over een vierkaart schoppen beschikt. Met de voorwaarde dat de antwoordende hand ten minste een vierkaart hoog heeft, is na 2SA - 3♣; 3♥ - 3SA wederom duidelijk dat de antwoordende hand een vierkaart schoppen heeft; met een schoppenfit kan de openaar 4♠ bieden.
Echter, als antwoordende hand alleen interesse in een vierkaart harten heeft en niet in een vierkaart schoppen, moet hij dat na 2SA - 3♣; 3♦ kunnen aangeven; 3♠ door
de antwoordende hand brengt die boodschap duidelijk over. Zeker na
een 2SA-opening wil je dat de sterke hand speelt. 3♠ Is in feite een transfer naar 3SA, en 3SA belooft een vierkaart schoppen, net als bij de gewone Stayman na 2SA - 3♣; 3♥.
Een prettige bijkomstigheid van 3♠ als transfer naar 3SA is dat Moldau’s 4-5 Stayman nu ook kan worden gebruikt door de antwoordende hand zonder dat hij een vierkaart hoog heeft. Na 2SA - 3♣; 3♦/♥ kan de antwoordende hand immers altijd via 3♠ aanleggen in 3SA.
Nog een stap verder zou de openaar na 2SA - 3♣; met 3SA een vijfkaart harten kunnen aangeven. Daarmee ontkent de openaar tevens een vierkaart schoppen (gezien zijn SA-verdeling). Dan is Moldau’s 4-5 Stayman net als Puppet-Stayman in staat om vier- en vijfkaarten hoog te traceren, zij het op een minder omslachtige manier.
Puppet-Stayman stopt twee mogelijke vierkaarten in de 3♦-herbieding van de openaar, en de antwoordende hand heeft vervolgens vier(!) biedingen nodig om aan te geven waar zijn belangstelling naar uitgaat: 3♥ voor ♠, 3♠ voor ♥, 3SA geen interesse in vierkaarten hoog, 4♦ belangstelling voor allebei.
Bij Moldau’s 4-5 Stayman is na de 3♦-herbieding van de openaar de hartenkleur afgeschreven als mogelijke troefkleur. de antwoordende hand kan dan 3♥ gebruiken als een ‘uitgestelde Jacobytransfer’ naar 3♠ met een vijfkaart schoppen plus vierkaart harten. Na het verplichte 3♠ van de openaar kan de antwoordende hand eventueel een zesde schoppen aangeven met 4♠ of een vijfde harten met 4♥.
Moldau’s 4-5 Stayman vraagt in eerste instantie niet naar een vierkaart schoppen. Als openaar een vijfkaart hoog aangeeft is daarmee de vraag naar een vierkaart schoppen beantwoord. En als openaar alles ontkent (ruiten) of een vierkaart harten toont, is er nog voldoende ruimte om alsnog een 4-4 schoppenfit bloot te leggen.

 

2. Moldau’s 4-5 Stayman na 1SA


Na een 1SA-opening is er meer biedruimte, moeten keuzes worden gemaakt bij de invulling van Moldau’s 4-5 Stayman. We beginnen met dit schema:
Na 1SA -2♣; 2♦ of 1SA -2♣; 2♥ moet de antwoordende hand kunnen aangeven of hij al dan niet is geïnteresseerd in een vierkaart schoppen bij de openaar. Dat kan op verschillende manieren.

 

Optie 1:

Net als na 2SA -3♣; 3♦/♥ gebruik maken van sa-biedingen met ♠-interesse en van ♠-biedingen om naar een sa-contract te sturen. Met een inviterende hand biedt de antwoordende hand dan 2SA. Als de openaar een minimale SA-opening heeft met een vierkaart schoppen, wordt 3♠ bereikt, te spelen door de openaar, de sterke hand. Na 2♠ – vraagt om SA – kan de openaar aangeven of hij minimaal is (2SA) of maximaal (3SA). In Herkauwer nr. 13 is de conventie uitgewerkt langs deze lijn.

 

Optie 2:

Je kunt er ook voor kiezen om met een inviterende hand een vierkaart

schoppen aan te geven met 2♠. Een minimale de openaar kan dan passen, zodat je op tweeniveau blijft, zij het dat nu de zwakke hand speelt. 2SA en 3SA door de antwoordende hand zijn dan echt.

 

De uitdaging is of je het voor elkaar krijgt de mancheforcing handen met een schoppenfit te laten spelen door de openaar, de sterke hand:

De antwoordende hand heeft vierkaart schoppen en vierkaart harten
Na 1SA - 2♣; 2♦ heeft de openaar een vierkaart harten ontkend; een hartencontract is van de baan. 3♥ is dan een perfect conventioneel bod voor de antwoordende hand om zijn vierkaart schoppen te tonen. Met schoppenfit biedt de openaar 3♠ en anders 3SA. Met een ondermaatse 1SA-opening – 15 punten en een 4333 verdeling – kan hij 4♠ bieden om
partners eventuele slemaspiraties te dempen.


De antwoordende hand heeft vierkaart schoppen maar geen vierkaart harten
Na 1SA - 2♣; 2♥ geeft 3♥ uiteraard een inviterende hand met hartenfit aan. Een elegante oplossing is om nu na 1SA geen 2♣ te bieden, maar direct 3♥; beter nog: 3♦, dan heeft de openaar de ruimte om 3♥ te bieden met een eventuele vijfkaart harten, 3♠ met een vierkaart schoppen of 3SA zonder vierkaart schoppen of vijfkaart harten. Bijkomend voordeel van het
achterwege laten van 2♣ is dat de tegenstanders geen informatie krijgen over een eventuele vierkaart harten van de openaar.

 

De antwoordende hand heeft vierkaart harten maar geen vierkaart schoppen
Na 1SA - 2♣; 2♥ steunt de antwoordende hand harten met 3♥ of 4♥; na 1SA - 2♣; 2♦ biedt de antwoordende hand 2SA of 3SA.
Optie 2 heeft als nadeel dat schoppencontracten, met name deelscores worden gespeeld door de zwakke hand.
Daartegenover staan ook voordelen:
• Meer biedingen zijn reëel en daarmee makkelijker te onthouden.
• Met minimale handen kun je in 2♠ eindigen (i.p.v. 3♠ met gewone Stayman).
• Na 1SA - 2♣; 2♦ - 3♥ of na 1SA - 3♦ kan de openaar een schoppenfit melden met 3♠. Dat geeft de antwoordende hand meer ruimte voor eventueel slemonderzoek dan wanneer de antwoordende hand 3SA biedt en de openaar zijn vierkaart schoppen meldt op vierniveau met 4♠.

Een voorbeeld:

♠ A V x x
♥ H x x x
♦ A V x
♣ T x

Openaar

Partner

♠ H x x x
♥ A T
♦ B 9 x x
♣ A H x

1SA

3♠
4SA
6♠

3♦!
4♣
5♣ (0 of 3)
pas

 

Lawrence Diamond schrijft in Mastering Hand Evaluation, blz. 94, over het oorspronkelijke biedverloop bij dit spel (1SA - 2♣/ 2♥ - 3SA/ 4♠):
“This is an example of normal bidding that does not leave enough room to explore an excellent slam without risking the 5-level.”
Moldau’s 4-5 Stayman vindt de schoppenfit echter al op drieniveau, zodat Dummy met 4♣ zijn sleminteresse kan aangeven.

De voordelen wegen naar mijn mening zwaarder dan het nadeel. Ik kies in het vervolg voor optie 2.


Voor de volledigheid nog het volgende:

De antwoordende hand heeft een vijfkaart schoppen en een vierkaart harten
Met een vijfkaart schoppen of beter, zonder vierkaart harten gebruikt de antwoordende hand Jacoby:
2♥ verplicht tot 2♠.
Als de antwoordende hand een vijfkaart schoppen heeft én een vierkaart harten vraagt hij
eerst met 2♣ of de openaar een vierkaart harten heeft. Zo ja, dan is een aantrekkelijke 4-4 hartenfit gevonden. Zo neen (1SA - 2♣; 2♦) dan biedt hij alsnog 2♥ als een uitgestelde transfer naar 2♠; dezelfde aanpak als na een 2SA-opening.


De antwoordende hand heeft een vierkaart schoppen en een vijfkaart harten
1SA - 2♦; 2♥ -2♠ toont een inviterende hand met een vijfkaart harten en een vierkaart schoppen. Met een minimale opening en schoppenfit mag de openaar passen. Met een mancheforcing hand moet de antwoordende hand over 2♥, 3♠ bieden; een schoppenmanche komt dan in de zwakke hand.


3. 1SA - 2♣; ? Wat als de openaar een vijfkaart harten heeft?

Berry5 voor clubspelers adviseert om met een vijfkaart in een hoge kleur en een maximum (16-17 punten) die kleur op drieniveau te bieden. Voor schoppen is dat niet meer nodig; die zijn met Moldau’s 4-5 Stayman ondergebracht in de 2♠ herbieding. Maar voor een vijfkaart harten neem ik Berry’s advies graag over.
Blijft over de minimale SA-opening met een vijfkaart harten. Mijn suggestie is om daarmee 2SA te herbieden. Met een fit kan de antwoordende hand via 3♦ als transfer naar 3♥
een hartencontract door de openaar laten spelen. Zonder fit kan hij passen op 2SA, dan wel 3SA bieden. Met deze uitbreiding kan Moldau’s 4-5 Stayman met alle vier- en vijfkaarten hoog uit de voeten.


Aandachtspunt is nog wel in hoeverre de eventuele 2SA herbieding het gebruik van Moldau’s 4-5 Stayman voor ‘garbage’-handen in de weg staat; zwakke handen waarmee je wilt kunnen passen op elk antwoord op 2♣.
Puppet-Stayman wordt weinig gebruikt na een 1SA-opening, (mede) omdat na 1SA -2♣ de herbieding van 2SA een hand aangeeft zonder vier- of vijfkaart in een hoge kleur; dat kan een 3-3-2-5 zijn. De ‘garbage’-hand is op zoek naar een kleur, maar het drieniveau is niet de bedoeling.


In de voorgestelde aanpak geeft de herbieding van 2SA door de openaar een vijfkaart harten aan; met een ‘garbage’-hand zal de antwoordende hand via 3♦ aanleggen in 3♥. Aannemende dat hij tegenover een vierkaart harten heil zag in een contract van 2♥, zal 3♥ niet onredelijk zijn tegenover een vijfkaart harten.
De perfecte verdeling voor een ‘garbage’-hand is een 3-4-6-0; maar ook met een 2-4-5-2 is er op zijn minst een 5-2 fit in ruiten of schoppen.


4. En verder?
Moldau’s 4-5 Stayman is een onderdeeltje van een meer omvattend biedsysteem. Je kunt dat eenvoudig houden of ingewikkeld maken, naar eigen inzicht. Hierna geef ik aan hoe ik het zelf zou willen spelen.

Als je 2♣ ook kunt gebruiken zonder vierkaart hoog, is het 2SA antwoord na 1SA overbodig. En als je 2♣ niet wil gebruiken, bijv. met een 2-2-4-5, pas dan met een slechte 9 punten of minder en bied 3SA met een goede 9 punt of meer. Mijn suggestie is om 2SA door de antwoordende hand te spelen als transfer naar 3♣, en 3♣ als transfer naar 3♦. Dat geeft de mogelijkheid om na het verplichte antwoord van de openaar verder te bieden met sterke handen met sleminteresse.

Hieronder het volgende antwoordenschema op 1SA. Merk op dat alle antwoorden op 1SA dienen te worden gealerteerd, behalve 3SA. De gecursiveerde biedingen kunnen later ingevuld worden.

De antwoordende hand

·         pas 0-slechte 9 punten

·         2♣! Moldau’s 4-5 Stayman

·         2♦! Jacoby: vijf(+)kaart harten; vanaf 0 punten.

·         2♥! Jacoby: vijf(+)kaart schoppen; vanaf 0 punten.

·         2♠! voor de lage kleuren;

·         2SA! transfer naar 3♣ met zeskaart klaveren; vanaf 0 punten.

·         3♣! transfer naar 3♦ met zeskaart ruiten; vanaf 0 punten.

·         3♦! vierkaart schoppen, mancheforcing

·         3♥! zeskaart harten, sleminteresse

·         3♠! zeskaart schoppen, sleminteresse

·         3SA om te (laten) spelen; vanaf 9 mooie punten

 

Overigens zijn bijna alle biedingen na het antwoord op 1SA reëel (of verplicht na een transfer). De uitzonderingen zijn beperkt in aantal:


Na 1SA - 2♣; 2♦ is er geen hartenfit:
- 2♥ van de antwoordende hand wordt dan een transfer naar 2♠;
- 3♥ toont een vierkaart schoppen en is mancheforcing.

Na 1SA - 2♣; 2SA (vijfkaart harten, minimale SA-opening)
is 3♦ een transfer naar 3♥, óf het toont een mancheforcing vijfkaart ruiten, mogelijk met een vierkaart schoppen. Na 3♥ van de openaar maakt de antwoordende hand duidelijk wat er aan de hand is.

 

Openaar

Partner

 

1SA

2♣!

2SA

3♦!

3♥

?

 

pas

Hartenfit, 8-9 punten

 

3SA

Geen hartenfit, vijfkaart ruiten of beter; mancheforcing zonder klaverenenstop!

 

4♥

Hartenfit, 10+ punten


5. Losse opmerkingen en voorbeelden

Met een vierkaart harten en 8 punten of meer is het bieden na een opening van 1SA eenvoudig; je begint altijd met Moldau’s 4-5 Stayman: 2♣.
Met een vierkaart schoppen zonder daarbij een vierkaart harten is enige omzichtigheid geboden. Bij voorkeur wil je dat een eventueel schoppencontract wordt gespeeld door de openaar. Met een inviterende hand is dat echter niet mogelijk binnen de gekozen uitwerking van Moldau’s 4-5 Stayman.

 

Openaar

Partner

♠ H V x x
♥ H x x
♦ T x
♣ T x x x

1SA

2♦/♥
?

2♣!
2♠


Als de openaar 2♦ of 2♥ herbiedt na 2♣, noemt de antwoordende hand zijn inviterende vierkaart schoppen.
Met een minimum en schoppenfit mag de openaar passen. Met een maximum gaat hij naar 3♠ en zonder fit biedt de openaar 2SA of 3SA.


Met een mancheforcing hand heeft de antwoordende hand meer ruimte om een eventueel schoppencontract te laten spelen door de sterke hand.

 

Openaar

Partner

♠ A H x x
♥ H x x
♦ T x
♣ T x x x

1SA

?

3♦!

 

Met het conventionele 3♦ bod toont de antwoordende hand precies een vierkaart schoppen, zonder vierkaart harten. De openaar kan een vierkaart schoppen tonen met 3♠, een vijfkaart harten met 3♥ en anders 3SA bieden.


Na de herbieding over 2♣ geeft 3♣ of 3♦ van de antwoordende hand een vijfkaart aan en een mancheforcing hand. Ook langs deze weg kan een schoppenfit in de sterke hand komen.

 

Openaar

Partner

♠ H V x x
♥ x
♦ T x x
♣ A V x x x

1SA

2♦/♥
?

2♣!
3♣

 

De openaar dient zich te realiseren dat de antwoordende hand een vierkaart schoppen kan hebben. Als de openaar een vierkaart schoppen heeft, dient hij die onverwijld te melden. Zo niet dan biedt hij 3SA, of gaat op avontuur in de lage kleur van de antwoordende hand.

Openaar

Partner

♠ A x x
♥ V B x
♦ B x
♣ H x x x x

1SA

2♦
?

2♣!
3SA

 

Het ‘klassieke’ biedverloop is 1SA - 3SA. Moldau’s 4-5 Stayman laat je met 2♣ onderzoeken of de openaar wellicht een vijfkaart in een hoge kleur heeft. In dat geval voelt 4♥/♠ toch veiliger aan dan 3SA, gezien de magere ruitendekking.

Openaar

Partner

♠ A V x x x
♥ x
♦ H x
♣ A T x x x

1SA

2♠
?

2♥!
3♣

 

Na Jacoby geeft een tweede kleur een vierkaart of langer in de geboden kleur aan en is tevens mancheforcing.

 

Openaar

Partner

♠ x x
♥ H x x
♦ x x
♣ H B T x x x

1SA

2SA
3♥

2♣!
3♦!
4♥

 

3SA is een redelijk schot met deze antwoordende hand, maar tegenover een vijfkaart harten bij de openaar, zal 4♥ de voorkeur genieten.

Openaar

Partner

♠ x
♥ x x x
♦ x x
♣ B T x x x x x

1SA

3♣

2SA!
pas

 

Een zwakke hand met een lange klaverenkleur.

Openaar

Partner

♠ x
♥ H x x
♦ x x x
♣ A H B T x x

1SA

3♣

2SA!
3

 

Als de antwoordende hand doorbied na 3♣ toont dat sleminteresse.
Roy Hughes beveelt aan: “The first cuebid by a hand that has shown only one suit is the ace or king.” de antwoordende hand biedt dus 3♥ om zijn sleminteresse aan te geven (en niet direct zijn splinter met 3♠).

 

Openaar

Partner

♠ T x x
♥ V x x x
♦ B x x x x x
♣ x

1SA

?

2♣!

 

Hier zou de antwoordende hand na 1SA met 3♣ kunnen transfereren naar 3♦ om daarop te passen met zijn zwakke zeskaart in ruiten.
Aantrekkelijker is om 2♣ te gebruiken voor een ‘garbage’-stayman. Daarmee kom je in 2♦, 2♥, 2♠ of 3♥ (dat laatste in een 5-4 fit).

Openaar

Partner

♠ H T x x
♥ x
♦ x x x
♣ A B T x x

1SA

?

2♣!

 

Eerder werd opgemerkt dat na de herbieding van de openaar over Moldau’s 4-5 Stayman een bod van 3♣ of 3♦ van de antwoordende hand een vijfkaart en een mancheforcing hand aangeeft. Dat geldt uiteraard niet als de antwoordende hand al een inviterende hand heeft aangegeven (met 2♠). 3♣ is nog steeds inviterend en niet forcing.
Met een vierkaart harten kan dit niet; het is een gevolg van het feit dat de antwoordende hand als eerste schoppen biedt, terwijl het nog een mogelijke troefkleur is.

 

 

Wat spellen van her en der

 

♠ H T x
♥ V x
♦ H T x x
♣ A H T x

Openaar

Partner

♠ B x x x
♥ A B T x

♦ A x
♣ x x x

1SA

2♦
3SA

2♣!
3♥!
pas

 

Met een vierkaart harten wordt altijd begonnen met 2♣. Als de openaar een vierkaart harten of een vijfkaart hoog ontkent met 2♦, is een hartencontract van de baan. 2♥ wordt dan gebruikt als transfer naar 2♠ (met een vijfkaart schoppen of beter én een vierkaart harten of beter), 3♥ geeft een mancheforcing vierkaart schoppen aan; 2♠ een inviterende vierkaart schoppen (niet forcing).

 

♠ H B x
♥ B T x x x
♦ A V x
♣ A B

Openaar

Partner

♠ V T x x
♥ H V x

♦ H T x x
♣ x x

1SA

3♥
pas

3♦!
4♥

Met een vierkaart schoppen zonder vierkaart harten en een mancheforcing hand is enige zorg nodig om een eventueel schoppencontract in de sterke hand te krijgen; na 1SA - 2♣; 2♥ kun je de hartenkleur immers niet gebruiken om schoppen aan te geven. Een direct bod van 3♥ na 1SA zou een optie zijn geweest, maar 3♦ heeft het voordeel dat de openaar ook een eventuele vijfkaart harten kan tonen. Merk op dat 3SA kansloos is na een klaverenstart.

 

♠ A V x x x
♥ A H x
♦ A B x
♣ H x

Openaar

Partner

♠ B T x
♥ V x x x

♦ H T x x
♣ x x

2SA

3♠
pas

3♣!
4♠

Na een 1SA-opening komt een schoppencontract soms in de zwakke hand. Na een 2SA-opening ligt dat anders, dan wil je dat elke schoppenfit wordt gespeeld door de sterke hand; uitzondering: met vier schoppens en vijf of zes hartens loopt de bieding
via Jacoby: 2SA - 3♦; 3♥ -3♠. In de overige gevallen wordt met een vierkaart schoppen Moldau’s 4-5 Stayman gebruikt. Na 2SA -3♣; 3♦/♥ wordt 3SA geboden met een vierkaart schoppen (een vergelijkbaar biedverloop als met de gewone Stayman) en 3♠ zonder vierkaart schoppen.

 

♠ V x
♥ x x x
♦ A H x x
♣ H V B T

Openaar

Partner

♠ H B T x x
♥ x

♦ x x
♣ A x x x x

1SA

2♠
3♦

5

2♥!
3♣

4♣

pas

 

In de originele setting van dit spel is 3♣ niet mancheforcing, maar slechts rondeforcing. Ik neem het toch op vanwege het interessante biedverloop. 3♣ toont tenminste een vierkaart klaveren. De openaar ontkent met 3♦ een schoppenfit en toont een stopper in de ruitenkleur en ontkent daarmee een hartenstopper. Reden voor de antwoordende hand om zijn vijfkaart klaveren te herbieden. “With an excellent fit and all his high cards working, opener raises to game.” (Wei-Andersen in Perfect Your No Trump Bidding, p. 59)

 

♠ V T x
♥ H V x x
♦ A V x x
♣ V x

Openaar

Partner

♠ B x x x
♥ A x x x

♦ H x x x
♣ x

1SA

2♥
pas

2♣!
4♥

 


Het verschil tussen Moldau’s 4-5 Stayman en de gewone Stayman zit vooral in de schoppen. In dit voorbeeld met een 4-4 hartenfit zijn de biedverlopen identiek.

 

♠ A x x
♥ A H x x
♦ T x
♣ A V x x

Openaar

Partner

♠ H B x
♥ x x

♦ A H V x x
♣ x x x

1SA

2♥
pas

2♣!
3SA

 

 

De antwoordende hand kan Moldau’s 4-5 Stayman ook gebruiken zonder dat hij over een vierkaart hoge kleur beschikt. Een vijfkaart schoppen bij de openaar zou fijn zijn, maar 2♥ is ook al geruststellend, gezien de antwoordende hand’s magere doubleton in harten. Merk op dat in dit biedverloop voor de tegenstanders duidelijk is dat de antwoordende hand geen vierkaart harten heeft en ook geen vierkaart schoppen. Met alleen een vierkaart schoppen zou hij 3♦ hebben geboden na 1SA. Tegenover het voordeel om een vijfkaart schoppen te vinden staat het nadeel dat de tegenstanders meer informatie krijgen; de openaar heeft een vierkaart harten, en dus redelijkerwijs geen vijfkaart.

 

♠ H x
♥ A B x
♦ A V x x x
♣ V T x

Openaar

Partner

♠ A V B x x
♥ H x x x

♦ B T x
♣ x

1SA

2

2

4
pas

2♣!
2♥!

3♣

5♦

 

Via 2♣ en 2♥ na 2♦ als uitgestelde ‘Jacoby’-transfer naar 2♠, geeft de antwoordende hand een vijfkaart schoppen en een vierkaart harten aan. 3♣ daarna geeft een splinter aan. De openaar ziet geen fit in schoppen of harten, maar heeft ook geen vertrouwen in 3SA vanwege de zwakke klaveren en zet koers richting 5♦. 4♠ in de 5-2 fit had wellicht ook gekund.

 

 

1SA (15-17)

Openaar

Partner

Openaar

Partner

2♣!
‘Moldau’s 4-5
Stayman:

‘Garbage’ 0-7 of inviterend met 8-9 punten of

mancheforcing met 10+ punten

2♦! ontkent een vierkaart harten en ook een vijfkaart schoppen

2♥! is een transfer naar 2♠
(vijfkaart schoppen met vierkaart harten)

2♠ verplicht

Pas, 2SA, 3SA

3♣/♦ = Splinter

3/4♠ (6♠-4♥)
3/4♥ (5♠-5♥)

2♠ = vierkaart schoppen, inviterend, niet forcing

Pas

3♠ met fit

2/3SA zonder fit

 

2SA = inviterend, niet forcing

pas of 3SA zonder fit of 4♠

 

3♣/♦ = vijfkaart,

Mancheforcing

(vierkaart schoppen is mogelijk)

3♠ belooft een vierkaart schoppen

3SA of 4♠

3SA ontkent een vierkaart schoppen

 

3♥! = vierkaart schoppen en vierkaart harten; mancheforcing

3♠/3SA

 

3SA is om te spelen

 

 

 

 

 

 

2♥ belooft een vierkaart harten

2♠ is inviterend met een vierkaart schoppen

Pas, 3♠ met fit en 2/3SA zonder fit

 

2SA is inviterend, niet forcing

Pas/3SA zonder fit

 

3♣/♦ = vijfkaart,

Mancheforcing

(vierkaart schoppen is mogelijk)

3♠ belooft een vierkaart schoppen

4♠ met fit en 3SA zonder fit

3SA ontkent een schoppenfit

pas

3/4♥ = hartenfit, inviterend/mf

 

 

3SA is om te spelen

 

 

 

 

 

 

2♠ belooft een vijfkaart schoppen

2/3SA ontkent een fit

3♣/♦ = vijfkaart en

mancheforcing

3/4♠ belooft een fit

 

 

 

 

 

 

2SA! belooft een vijfkaart harten zonder maximale hand

Pas/3SA ontkent een fit

 

 

3♣ belooft een vijfkaart klaveren

 

 

3♦! = een hartentransfer

3♥ is min of meer verplicht

Pas/4♥ is fit

3SA ontkent een hartenfit maar belooft een vijfkaart ruiten (mf)

 

 

 

 

3♥ belooft een vijfkaart harten mét een maximale hand

3SA ontkent een fit en 4♥ belooft een fit

 

 

 

 

 

 

 

2♦! = een Jacoby hartentransfer

2♥ is min of meer verplicht

2♠ belooft een vierkaart schoppen met een vijfkaart harten en is rondeforcing

2/3SA zonder fit

Pas of 3SA

3/4♥ belooft een extra hartentje

3/4♥ belooft een driekaart harten.

3/4♠ belooft een vierkaart schoppen

 

2/3SA belooft een vijfkaart harten en is inviterend/

mancheforcing.

3♣/♦ = vierkaart en mancheforcing.

3/4♥ belooft een zeskaart en is inviterend/

mancheforcing.

 

 

 

 

 

 

 

2♥! = een Jacoby schoppentransfer

2♠ is min of meer verplicht

2/3SA

Pas of 3/4♠

 

 

 

 

 

 

 

2♠!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2SA! transfer voor klaveren

3♣ is min of meer verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

3♣! Transfer voor de ruitenkleur

3♦ is min of meer verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

3♦! Belooft vierkaart schoppen zonder vierkaart harten. Mancheforcing

3♥ = vijfkaart

3♠ = vier(+)kaart

3SA ontkent fit

 

 

 

 

 

 

 

 

3♥/♠ preëmpt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3SA

 

 

 

 

 



2SA (20-22)

Openaar

Partner

Openaar

Partner

3♣!
‘Moldau’s 4-5
Stayman

3♦! ontkent een vierkaart harten en ook een vijfkaart schoppen

3♥! is een transfer naar 3♠
(vijfkaart schoppen met vierkaart harten)

3♠ verplicht

3SA (5♠-4♥)
4♠ (6♠-4♥)
4♥ (5♠-5♥)

3♠! transfer naar 3SA

3SA verplicht

 

3SA! belooft een vierkaart schoppen

pas/4♠

 

 

 

 

 

3♥ belooft een vierkaart harten

3♠! is een transfer naar 3SA

3SA verplicht

 

3SA! belooft een vierkaart schoppen

pas/4♠

 

4♥ belooft een hartenfit

 

 

 

 

 

 

3♠! belooft een vijfkaart schoppen

3SA/4♠

 

 

 

 

 

 

3SA! belooft een vijfkaart harten

pas

 

 

4♦! is een transfer naar 4♥

4♥ verplicht

 

 

 

 

 

 

3♦!
‘Jacoby: vijfkaart harten of beter’

3♥ is min of meer een verplicht bod

3♠ belooft een 4-5 verdeling ♠/♥ (mancheforcing)

3SA (geen fit)

pas
4♥ (belooft een 4-6 verdeling ♠/♥)

4♥ (driekaart harten)

 

4♠ (vierkaart schoppen)

 

3SA = vijfkaart harten

pas/4♥

 

4♥ = zeskaart harten

 

 

 

 

 

 

 

3♥!
‘Jacoby: vijfkaart schoppen of beter’

3♠ is min of meer een verplicht bod

3SA = vijfkaart schoppen

pas/4♠

 

4♠ = zeskaart schoppen

 

 

 

 

 

 

 

3♠! -

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3SA = Mancheforcing

pas