|
Regel van 11
|
Vierde van Boven
|
|
De regel van 11 houdt in dat wanneer er gestart wordt met "4e van boven" partner [maar ook de leider] de hoogte van een voorgespeelde kaart aftrekt van het getal 11; het resultaat daarvan is
dan het aantal resterende kaarten van die kleur welke hoger zijn dan de voorgespeelde kaart. Dus wanneer partner uitkomt met klaveren 8, zijn er nog 3 (11-8) resterende kaarten die hoger zijn dan de klaveren 8.
Deze regel geldt natuurlijk alleen voor de uitgekomen kaart en niet voor een daarna gespeelde kaart!
Deze informatie kan natuurlijk heel nuttig zijn bij de beslissing welke kaart bijgespeeld moet worden, voor partner en ook voor de leider natuurlijk.
Voorbeeld 1:
Leider: Zuid
Contract: 3SA
Uitkomst: ♦6
Volgens de regel van 11 trekt partner 6 af van 11, hetgeen resulteert in 5. Er zijn samen in de handen van de dummy, de leider en partner dus nog 5 kaarten die hoger zijn
dan ♦6.
Evenzo trekt de leider 6 af van het getal 11 hetgeen ook resulteert in het feit dat er samen in de handen van de dummy, de leider en partner van degeen die is uitgekomen 5 kaarten hoger zijn
dan ♦6.
De partner van west ziet de dummy en zijn eigen hand en telt 3 kaarten die hoger zijn dan ♦6 (VB in de dummy en zijn eigen 10), en weet dus dat de leider nog
twee kaarten heeft die hoger zijn dan ♦6; hij is niet blij met deze uitkomst.
De leider ziet de dummy en zijn eigen hand en telt 4 kaarten die hoger zijn dan ♦6 (VB in de dummy en zijn eigen A9), en weet dus dat oost slechts 1 kaart
heeft die hoger is dan ♦6; hij is niet ongelukkig met deze uitkomst.
Voorbeeld 2:
Leider: Zuid
Contract: 3SA
Uitkomst: ♠7
De tegenpartij speelt 4e van boven en west start met ♠7. De leider trekt 7 af van 11 en weet dat er nog 4 hogere kaarten de
resterende handen aanwezig zijn. Hijzelf heeft er geen en de dummy heeft slechts één kaart die hoger is dan schoppen 7. Hij ziet in slag één al dat het een moeilijke opgaaf gaat
worden om het contract te maken.
Ook de partner van de uitkomer trekt 7 af van 11 en weet ook dat er nog 4 kaarten hoger zijn dan schoppen 7. Oost ziet al die 4 kaarten; één in de dummy en 3 in zijn eigen hand. Indien de leider
♠H bijspeelt neemt hij het aas en speelt schoppen terug. De tegenpartij maakt dus in ieder geval 4 schoppen slagen en klaveren aas voor
één down.
Wanneer de leider klein bijspeelt in de dummy speelt, speelt oost ook een kleine schoppen omdat hij weet dat de leider geen hogere kaart heeft dan de 7. West speelt schoppen door en zo wordt schoppen heer er uitgesneden.
Met behulp van de Regel van 11 wordt het contract altijd down gespeeld.
Ook de tegenpartij kan voordeel hebben van deze uitkomst:
| ♠ H B 5 2 | |
♠ 4 ? |
 |
♠ 8 ? |
| ♠ A 9 6 | |
West start met ♠4. In de dummy wordt de 2 en in oost de 8 bijgespeeld.
Trek de uitkomstkaart af van elf: 11 - 4 = 7
Noord, oost en zuid bezitten samen 7 kaarten boven de 4.
De leider ziet dat hij er zelf 6 heeft en oosts 8 is nummer zeven.
West moet dus de overige drie kaarten boven de 4 bezitten: dus ♠V T 7
Uitleg:
- Als de starter de 4e van boven start heeft hij dus 3 kaarten boven de gestarte kaart.
- Als de twee gestart wordt zijn er twaalf kaarten boven de 2 de starter heeft er drie dus er blijven er 9 over voor de andere drie spelers ( 9 + 2 = 11).
- Als de drie gestart wordt zijn er elf kaarten boven de 3 de starter heeft er drie dus er blijven er 8 over voor de andere drie spelers ( 8 + 3 = 11).
|
|
|